Samenvatting

Structureel en reëel evenwicht

Presentatie van het structureel begrotingssaldo (bedragen x € 1.000)

Min is voordelig

Begroot 2026

Begroot 2027

Begroot 2028

Begroot 2029

Saldo van baten en lasten

77.504

N

57.817

N

28.188

N

9.455

N

Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

-82.661

V

-73.546

V

-52.656

V

-26.984

V

Begrotingssaldo na bestemming

-5.157

V

-15.729

V

-24.468

V

-17.529

V

Waarvan incidentele baten en lasten (saldo)

18.594

N

15.061

N

12.801

N

24.842

N

Structureel begrotingssaldo

-23.751

V

-30.790

V

-37.269

V

-42.371

V

Structureel evenwicht 
De begroting moet structureel en reëel in evenwicht zijn. Dat betekent dat structurele lasten door structurele baten gedekt moeten worden. De begroting van de provincie laat een positief resultaat zien. Gezien de onzekere economische verwachtingen en de nog uit te kristalliseren keuzes naar aanleiding van de vrijval van een deel van de bestemmingsreserves dient hier voorzichtig mee omgegaan te worden. In hoofdstuk 4 worden de mutaties toegelicht.  

Ontwikkeling financiële positie en kengetallen 
De provincie wil grip houden op haar financiële positie, met als uitgangspunt een gezonde balans tussen stabiliteit en flexibiliteit. Om effectief te kunnen sturen op onze begroting en vermogenspositie gebruiken we zogeheten financiële kengetallen. Deze geven inzicht in: de betaalbaarheid van investeringen, de schuldenlast en de financiële veerkracht van de provincie. Voor de kengetallen hanteren we signaalwaarden. Bij een gezonde waarde is er weinig reden voor zorg. Wanneer de waarde van een kengetal in de fase alert zit, kijken we naar de trend en bekijken we of er reden is om bij te sturen. Wanneer een kengetal een risicovolle waarde heeft, geven we expliciet aan wat er aan de hand is en welke maatregelen we nemen om de waarde terug te brengen naar alert of gezond. Wanneer één of meer kengetallen bij de jaarrekening de signaalwaarde ‘risicovol’ bereiken, maken Gedeputeerde Staten een nadere analyse. Hierin wordt de ontwikkeling van de kengetallen toegelicht en worden handelingsperspectieven geschetst om deze weer binnen de neutrale of gezonde bandbreedte te brengen.

De provincie beschikt over beperkte liquide middelen. Voor toekomstige investeringen is het nodig leningen aan te trekken. Deze leningen worden zichtbaar op de balans als een toename van investeringen (aan de actiefzijde) en van schulden (aan de passiefzijde).
Een belangrijk kengetal is de netto schuldquote, die de verhouding aangeeft tussen schulden en structurele inkomsten. Deze stijgt volgens deze begroting van 93% in 2025 naar circa 157% in 2029. Deze stijging is het directe gevolg van de intensivering van onze investeringsagenda, waarbij structureel meer vreemd vermogen moet worden aangetrokken.
De uiteindelijke feitelijke hoogte van de feitelijke schuldopbouw is sterk afhankelijk van de realisatie van de begrote exploitatie lasten en investeringen. Op basis van geactualiseerde liquiditeitsprognoses wordt bepaald hoeveel en wanneer financiering wordt aangetrokken. Dit betekent dat de werkelijke schuldquote afhankelijk van de uitvoering lager kan uitvallen dan nu begroot. Bij de jaarrekening wordt dit verantwoord.
De kapitaalslastenratio laat zien welk deel van de begroting wordt besteed aan rente en aflossing van schulden. Deze stijgt van 8% eind 2026 naar 12% in 2029. Deze toename is het gevolg van de geplande intensivering van investeringen. Met 12% beweegt de ratio zich van een financieel gezonde situatie naar een bandbreedte die alertheid vereist. Er is nog geen sprake van een risicovolle positie, maar de druk op de structurele begrotingsruimte neemt wel toe. Dit onderstreept het belang van zorgvuldig financieel beleid en actieve monitoring van de betaalbaarheid op de langere termijn.
De solvabiliteit, de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal aan bezittingen staat onder druk. Deze daalt naar verwachting van 53% in 2025 naar 36% in 2029. Door de toenemende begrote leningenportefeuille nemen ook de begrote rentelasten toe. Dit legt een groter beslag op de beschikbare middelen. Als in de praktijk blijkt dat minder geleend hoeft te worden, dan zullen de rentelasten lager uitvallen dan nu geraamd.
Zowel het incidentele als structurele weerstandsvermogen valt hoger uit dan 1. Dat betekent dat in beide gevallen het totale weerstandsvermogen groter is dan de hoogte van de risico's.
Uit de analyse blijkt dat de kengetallen vooralsnog binnen de gestelde normen blijven maar wel structurele aandacht vereisen. In 2029 wordt de signaalwaarde van de netto schuldquote naar verwachting met 7%-punt en kapitaalslastenratio met 2%-punt overschreden. Daarnaast zakt naar verwachting de solvabiliteitsratio in 2029 naar 36%. Zie hiervoor onderstaande tabel.
Deze ontwikkelingen zijn uitgebreider toegelicht in de paragrafen ‘Financiering' en 'Weerstandsvermogen en risicobeheersing'

 

 

Signaalwaarden PNH 

 

 

Kengetal 

Gezond 

Alert 

Risicovol 

BBV 

Netto schuldquote  

<150% 

150-200% 

>200% 

 

Solvabiliteitsratio 

>50% 

20-50% 

<20% 

Overig 

Kapitaalslastenratio 

< 10% 

10-15% 

> 15% 

Deze pagina is gebouwd op 09/08/2025 16:59:00 met de export van 09/08/2025 16:41:54