Conform het BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) zijn de volgende 6 kengetallen opgenomen:
- Netto-schuldquote
- Netto-schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
- Solvabiliteitsratio
- Kengetal grondexploitatie
- Structurele exploitatieruimte
- Opcenten (zie hiervoor de paragraaf 'Provinciale heffingen' )
Rekening 2024 | Begroting 2025* | Begroting 2026 | Raming 2027 | Raming 2028 | Raming 2029 | |
1. Netto schuldquote | 62% | 93% | 116% | 135% | 148% | 157% |
2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 48% | 72% | 96% | 114% | 129% | 142% |
3. Solvabiliteitsratio | 61% | 53% | 47% | 41% | 38% | 36% |
4. Grondexploitatie | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
5. Structurele exploitatieruimte | 6% | 2% | 0% | 3% | 4% | 5% |
6. Belastingcapaciteit | 88,6% | 88,6% | 92,5% | 92,5% | 92,5% | 92,5% |
*2025 t/m tweede begrotingswijziging 2025 |
Signaleringswaarden
Voor een beoordeling van de kengetallen is het belangrijk om deze in relatie tot elkaar te bekijken en tegen een norm te houden. Bij de Kaderbrief 2026 zijn de signaalwaarden door PS vastgesteld.
Waarderingscijfer | Minst risicovol | Alert | Meest risicovol | JR 2023 | JR 2024 | BGR 2025 * | BGR 2026 | Raming 2027 | Raming 2028 | Raming 2029 | ||
1a | NSQ | < 150% | 150 - 200% | > 200% | 67% | 62% | 93% | 116% | 135% | 148% | 157% | |
1b | NSQ (gecorr. verstrekte leningen) | < 150% | 150 - 200% | > 200% | 50% | 48% | 72% | 96% | 114% | 129% | 142% | |
2 | Solvabiliteit | > 50% | 20 - 50% | < 20% | 61% | 61% | 53% | 47% | 41% | 38% | 36% | |
3 | Grondexploitatie | < 20% | 20 - 35% | > 35% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | |
4 | Structurele begrotingsruimte | > 0% | 0% | < 0% | -5% | 6% | 2% | 0% | 3% | 4% | 5% | |
5 | Belastingcapaciteit | < 95% | 95 - 105% | > 105% | 81,10% | 89% | 89% | 93% | 93% | 93% | 93% | |
6 | Weerstandsratio 1 jaar | > 2,0 | 1,0 - 2,0 | < 1 | 4,09 | 3,8 | 4,4 | 2,7 | 2,7 | 2,7 | 2,7 | |
7 | 25% norm algemene reserve | > 25% | 25% | < 25% | 27% | 27% | 27% | 33% | 32% | 34% | 38% | |
8 | Kapitaalslastenratio | < 10% | 10 - 15% | > 15% | 3% | 4% | 6% | 8% | 10% | 10% | 12% | |
9 | Rente risiconorm | < 20% | 20% | > 20% | 0% | 0% | 8% | 9% | 5% | 0% | 5% | |
10 | Kasgeldlimiet | < 7% | 7% | > 7% | < 7% | < 7% | < 7% | < 7% | < 7% | < 7% | < 7% | |
*2025 t/m tweede begrotingswijziging 2025 | ||||||||||||
Bij de begroting 2026 zijn 3 kengetallen toegevoegd zoals vastgesteld bij de Kaderbrief 2026. De kapitaalslastenratio wordt berekend door de kapitaalslasten (bestaande uit rentelasten en afschrijvingen) te delen met de structurele lasten. Het kasgeldlimiet en de renterisiconorm worden nader toegelicht in de paragraaf Financiering.
Voor de begroting 2026 zien we met uitzondering van de solvabiliteit en structurele begrotingsruimte dat alle cijfers positief zijn. Over de linie gezien stijgen de netto schuldquote en de kapitaalslastenratio en daalt de solvabiliteit. Dit is te verklaren door de gewenste investeringen die de provincie de komende jaren voornemens is te doen met behulp van externe middelen. Deze trend vraagt aandacht op de lange termijn. De structurele exploitatieruimte in 2026 is eenmalig en loopt daarna weer op. De algemene reserve neemt toe door de (gedeeltelijke) vrijval van bestemmingsreserves.
De norm voor de hoogte van de algemene reserve zoals die is vastgelegd in de Financiële Verordening is 25% van de structurele algemene dekkingsmiddelen zoals die zijn verantwoord in de laatst vastgestelde jaarrekening. De berekening van de norm in 2026 baseert zich dus op de gegevens uit de jaarrekening 2024. De algemene reserve komt door de onttrekking, zoals omschreven in de financiële samenvatting (hoofdstuk 1), in 2026 onder de 25% norm. Omdat de geprognosticeerde balans ervan uitgaat dat verwachte toekomstige positieve jaarrekeningresultaten gestort worden in de algemene reserve wordt voldaan aan de 25%- norm.
Concluderend kan worden gesteld dat er voor de begroting 2026 sprake is van een gezonde financiële positie op basis van de door Provinciale Staten vastgestelde signaleringswaarden. Bij bovenstaande cijfers moet de kanttekening geplaatst worden dat hier wordt uitgegaan van een volledige realisatie van de provinciale ambities.
