De provincie Noord-Holland werkt actief aan het terugdringen van uitstoot die schadelijk is voor het klimaat en de leefomgeving, zoals CO ₂ en stikstofverbindingen. Dit doet de provincie samen met andere overheden, maatschappelijke partners en het bedrijfsleven, door zich te committeren aan het landelijk Klimaatakkoord en aan de afspraken die daarna zijn gemaakt: een reductie van 55 procent CO ₂ ten opzichte van 1990 in 2030 en een klimaatneutrale provincie in 2050. De energietransitie speelt hierin een centrale rol. Daarmee bedoelt de provincie de inspanningen om duurzame energie op te wekken en te zorgen voor een stabiele, onafhankelijke en toekomstbestendige energievoorziening, inclusief de benodigde infrastructuur. Daarnaast levert de provincie een bijdrage aan het verminderen van CO ₂ -uitstoot via andere wegen, zoals de verduurzaming van mobiliteit, de gebouwde omgeving, industrie, landbouw en landgebruik.
Deze inzet komt terug in verschillende onderdelen van de begroting, bijvoorbeeld bij de thema’s bereikbaarheid en economie (waar maatregelen voor mobiliteit, industrie en het bedrijfsleven zijn opgenomen). De klimaatbegroting (in de bijlage toegevoegd) biedt aanvullend inzicht in de uitgaven per transitiepad binnen de Noord-Hollandse Klimaataanpak.
Naast CO2-reductie werkt de provincie Noord-Holland aan een gezondere fysieke leefomgeving voor de inwoners. De provincie vindt dit een belangrijke opgave, omdat de uitstoot (onder meer door de zware industrie, drukke verkeerswegen en Schiphol) in een aantal gebieden plaatsvindt nabij (nieuwe) woonwijken. Inwoners staan hierdoor bloot aan schadelijke stoffen of ervaren hinder. Daarnaast wil de provincie dat er ook (milieu)ruimte is voor bedrijvigheid en allerlei maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie en een circulaire economie. De provincie zet zich in voor een goede balans tussen de aanwezigheid van de verschillende functies. De bescherming van de gezondheid weegt volwaardig mee bij het maken van ruimtelijke afwegingen. De uitstoot van schadelijke stoffen en de aanwezigheid van hinderfactoren worden teruggedrongen.