Openbaar vervoer waarborgen

De provincie heeft een grote verantwoordelijkheid op het gebied van regionale mobiliteit. Dit betreft onder andere de wettelijke taak als concessieverlener van openbaarvervoerconcessies. Daarnaast is zij ook belangenbehartiger en regisseur van regionale samenwerking op terreinen als bereikbaarheid, verstedelijking en klimaatdoelstellingen. Ov speelt hierin een belangrijke rol. De provincie zet zich, samen met de Vervoerregio Amsterdam en andere ov-autoriteiten en de regio, in voor beter en betaalbaar ov. De basis voor het ov-beleid in de komende jaren is de 'Visie Publieke Mobiliteit' . Deze visie is een nadere uitwerking van het ‘Perspectief Mobiliteit’ en is het kader voor diverse mobiliteitsvraagstukken. Bij publieke mobiliteit staat het totale mobiliteitssysteem centraal; het gaat over al het vervoer dat je niet bezit. Vanuit verschillende disciplines werkt de provincie aan publieke mobiliteit. Als concessiebeheerder (opdrachtgever) waarborgt de provincie de inzet van het ov (regionaal busvervoer) in drie concessie(gebieden): Gooi en Vechtstreek, Haarlem-IJmond en Noord-Holland Noord. De Vervoerregio Amsterdam is verantwoordelijk voor het ov in de overige delen van Noord-Holland. Voor de concessies Haarlem-IJmond en Noord-Holland Noord wordt hard gewerkt aan de nieuwe ov-concessie NoordWest Noord-Holland (NWNH). Deze gaat per 1 juli 2028 in. In 2026 wordt het bestek NWNH opgesteld en start de aanbesteding.

Er zijn met betrekking tot het OV bijdragen geboekt voor 2026 ter compensatie van de terugloop in reizigersaantallen. Dit geldt voor alle drie concessies die in Noord-Holland uitgevoerd worden. Daarnaast is er vanuit beschikbare gelden (omdat de concessies niet volledig ingevuld worden), gewerkt aan aanvullingen op het OV in samenwerking met gemeenten. Op de middellange termijn vormen Bikker gelden een meer dan welkome aanvulling op de budgetten.
In de reserve OV projecten werden structurele activiteiten gedekt. Hiervoor dient een opschoning van de bestemmingsreserves, om te komen tot zuiver gebruik van bestemmingsreserves voor incidentele projecten. Uit de Reserve Openbaar Vervoer projecten valt een deel van de reserve incidenteel vrij, en worden hiertegenover structurele lasten van € 1,3 miljoen per jaar toegevoegd aan de exploitatie om te voldoen aan de financiële hygiëne.

1. De provincie waarborgt de inzet van ov en zorgt voor goed concessiebeheer als onderdeel van de publieke mobiliteit.
2. De provincie zorgt voor een toekomstvaste concessie NoordWest Noord-Holland (NWNH).
3. De provincie waarborgt een stabiel lijnennet voor de komende jaren.
4. De provincie optimaliseert ov-knooppunten en -ketens.
5. De provincie houdt het ov toegankelijk en betaalbaar.
6. De provincie werkt aan een goede samenwerking met de Vervoerregio Amsterdam.

1.1    De provincie voert samen met de vervoerder de ov-concessies uit, passend bij de vervoersvraag.
1.2    De provincie geeft uitvoering aan het ‘Uitvoeringsprogramma Publieke Mobiliteit’.
1.3.    De provincie stelt een handelingsperspectief deelmobiliteit provincie Noord-Holland op.
1.4    De provincie stelt samen met de vervoerder een plan ‘ov op maat’ (flexvervoer) op voor onze ov-concessies.
1.5    De provincie zet Bikkergelden in om de provincie zoveel mogelijk bereikbaar te houden, passend bij de uitgangspunten van publieke mobiliteit.
1.6    De provincie werkt de samenwerking met de Vervoerregio Amsterdam verder uit om ov samen slimmer te organiseren onder andere door samenwerking in de lijnvoering rondom de concessie Haarlem-IJmond, inkoop van Reizigersinformatie systemen en toegankelijkheid.
1.7.    De provincie geeft uitvoering aan het gezamenlijk opgestelde convenant circulariteit 
2.1    De provincie start met de aanbesteding van de ov-concessie NWNH (waaronder het opstellen van een bestek).
2.2    De provincie rondt de vraagstukken omtrent strategische activa af. Denk aan stallingen en aansluitingen voor ZE-infrastructuur, maar ook pauzelocaties. Zo maken we volledige ZE-implementatie mogelijk voor de nieuwe ov-concessie NWNH (ZE staat voor: zero emissie).
2.3    De provincie treft voorbereidingen voor de aanschaf van nieuwe buurtbussen voor de nieuwe ov-concessie NWNH.
3.1    De provincie past ov-vervoerplannen  met als uitgangspunt dat we ‘vervoerarmoede’ voorkomen en een toekomstvast ov-netwerk bereiken (rekening houdend met chauffeurstekorten).
3.2    De provincie werkt samen met andere overheden aan het ‘Toekomstbeeld OV’ en gaat na hoe dit doorwerkt op het ‘Regionaal OV Toekomstbeeld’.
3.3    De provincie levert samen met de Vervoerregio Amsterdam in het kader van de Bus Rapid Transit(/Metrobus)-(BRT) studie Haarlem-Schiphol-Amsterdam de BRT-pilots op.
3.4    De provincie past innovaties toe in de bussen van de ov-concessie Haarlem/IJmond (bijvoorbeeld ‘be-in, be-out’, een systeem voor automatisch in- en uitchecken).
4.1    De provincie geeft uitvoering aan de acties uit het ‘Actieprogramma Spoorcorridors’.
4.2   De provincie gaat verder met de invoering van de 'Hubstrategie Noord-Holland' en Mobipunten in de Noordkop (een netwerk voor deelmobiliteit).
4.3    De provincie begint met een pilot met Nabogo (carpoolsysteem als aanvulling op het ov-systeem) in de Noordkop.
4.4    De provincie begint samen met de regio met de invoering van een deelfietsensysteem in de Gooi- en Vechtstreek (Gooicorridor).
5.1    De provincie geeft invulling aan het convenant landelijke ov-toegankelijkheid door acties op te pakken uit ons ‘Uitvoeringsprogramma Bestuursakkoord Toegankelijkheid Openbaar Vervoer 2024–2028’
5.2    De provincie start met de uitvoering van onze 'Tarievenvisie OV' , over de betaalbaarheid van het ov (samen met de Vervoerregio Amsterdam) in combinatie met het ‘nieuwe ov betalen’ (EMV). Een voorbeeld is de Onderwegpas.
5.3    De provincie geeft uitvoering aan het gezamenlijk opgestelde convenant circulariteit.